![]() |
|
In de oostelijke Pyreneeën is Prades een befaamde en aantrekkelijke uitvalsbasis voor het maken van diverse aansprekende beklimmingen. Ook voor de liefhebbers van onverhard, want de befaamde Pic du Canigou domineert nadrukkelijk het Pyreneëenstadje. Het Chalet de Cortalets dat op een hoogte van 2175m aan de voet van de top ligt kan over een zeer steile onverharde piste worden bereikt. Ik heb voor vandaag echter een minder voor de hand liggende beklimming uitgezocht namelijk die van de geasfalteerde Col de Mantet (1761m) met aansluitend de onverharde Collade des Roques Blanches (2252m). Samen met Albert Arts fietst ik 's morgens de Camping Municipal in Prades af en pedaleren we snel de 6 drukke kilometers over de N116 naar Villefranche-de-Conflent. We hebben vandaag geen oog voor het indrukwekkende Fort Liberia dat hoog boven de ommuurde middeleeuwse vestingstad prijkt. Dat bewaren we voor morgen. Hoewel het 10 september is staat de zon vandaag fel aan een strakblauwe hemel te schijnen en is het nu al 20 graden. We vervolgen onze weg linksaf het koele dal van de Rotja in waar het verkeer snel wegebt. Tot Sahorre verloopt de klim gelijkmatig en soepeltjes. Daarna begint de smalle kronkelende weg langs de kabbelende Rotja wat meer te stijgen. Pas in Py komen de echt stijle passages en is het met een paar honderd meter van boven de 10% tussen de laatste huizen meteen goed raak. De weg wordt zo smal dat auto's elkaar niet kunnen passeren, maar het enige verkeer op de col wordt gevormd door een paar taxibusjes die een groep dagjesmensen naar de col brengen. Ik fiets tot 2 kilometer onder de top alleen voordat ik door Albert die onderin de kloof voor Py wat kledingstukken had uitgetrokken weer wordt ingehaald. Hij laat me direct ter plekke en komt als eerste boven. Het is nu ongeveer 12.30 uur. De eerste kilometers over de ruwe piste zijn goed te doen ondanks de smalle 25 mm wegbanden die ik voor deze fietsvakantie op mijn mountainbike heb gemonteerd. Naar links is er fraai uitzicht op het dal van de Rotja met de dorpjes Py en Sahorre in de diepte. Ik passeer na een kwartiertje een eenzame wandelaar en even verder zie ik een vale gier die door de thermiek uit het dal wordt getild en vlak voor me over de bergkam scheert. Het is op deze hoogte van 2257 meter 15 graden in de zon maar een gemeen koude wind blaast strak over de bergkam zodat ik de beschutting van een groot rostblok op zoek om snel wat te eten en te drinken. Zuinigheid met het water is echter geboden want op de Col de Mantet heb ik de voorraad niet kunnen aanvullen en de bodem is in zicht. Een tweede vale gier zeilt geruisloos over de bergkam. Het uitzicht is naar alle kanten fenomenaal; aan de zuidzijde kan ik zelfs delen van de Spaanse kust zien Gezien de erbarmelijke staat van de piste op de laatste 5.5 kilometer heb ik heel weinig trek om dezelfde weg af te dalen. In de Atlas des Cols des Pyrenées deel 4 wordt met één zinnetje terloops vermeld dat er vanaf de Collade des Roques Blanches ook een doorsteek mogelijk is naar de Col de Jou. Geen woord echter over de staat van die piste. Ik besluit de gok te wagen, gesterkt door de aanwezigheid van een verweerd houten bordje op de col waarop nog net staat te lezen Vernet-les-Bains 22 km en Casteil 18 km. Het is nu 22 minuten over 3. In het begin is de weg van dezelfde kwaliteit als voor de top, maar allengs wordt het slechter en tot overmaat van ramp blijft het ook klimmen. Voorbij de Puig de Collada Verde die ik na een kilometer passeer daalt het weliswaar weer even, maar daarna gaat het opnieuw omhoog. De laatste 1.5 km naar de Cime des Cums (2301m) is wat er van de piste nog over is met gaas en ijzeren draden afgezet. Op een bordje staat te lezen dat het gaat om 'Réhabilitation de l'environnement'. Een nobel streven maar nu moet ik wel met de fiets aan de hand parallel aan de weg door het gras hobbelen dat uit ongelijke pollen bestaat die allerhande stenen en kuilen verbergen. Op de kale top die zich zo'n 3.4 km van de Collade des Roques Blanches bevindt is het leed echter nog lang niet geleden. Ik kan weliswaar de weg weer op maar die is nauwelijks berijdbaar. Afwisselend stuiterend op de fiets en dan weer een stukje hobbelend naast de fiets daal ik uiterst behoedzaam af, want als ik hier brokken maak zal niemand me uit de brand komen helpen. De temperatuur is intussen gezakt tot tien graden en blijft laag omdat verderop in het dichte naaldbos de zon buitenspel staat. Het duurt eindeloos lang voordat de weg ietsje beter wordt. Pas 6,25 km na het begin van de afdaling gaat de keienweg ter hoogte van de refuge van Mariailles (1717m) over in een weg van aangereden aarde en zie ik de eerste wandelaars die hier hun auto's hebben geparkeerd. Hoewel er even verderop een kort stukje asfalt verschijnt blijft de weg echter onverhard tot de Col de Jou. Het is kilometers lang 11 tot 12 % gemiddeld met maxima van 17% en mjn handen doen verschrikkelijk zeer van het continu knijpen in de remmen. Ik passeer de enige waterbron van de hele tocht en kan gelukkig de bidon weer vullen. 4.5 km voorbij de Col de Jou (1125m) zie ik in Casteil een cafeetje en besluit tot een korte stop. Meer dan een kop thee en een Twix valt er niet te krijgen, maar daarmee red ik het wel voor de laatste 15 km tot Prades die ik in vliegende vaart afleg. Om kwart over zes rol ik eindelijk de camping op, nog net voordat mijn fietsmaten zich serieus ongerust beginnen te maken. ![]() |
|
![]() Kaart Michelin 344 schaal 1:150.000 Gids: Atlas des Cols des Pyrenées deel 4 geeft de profielen van de meeste cols in de regio. Van de Collade des Roques Blanches echter alleen het profiel vanaf de eveneens grotendeels onverharde zuidkant. Dagtochten in de regio staan beschreven in Vélo 66, Itineraires cyclistes en Pyrénées Orientales. Beide boekjes en ook de kaart zijn eventueel te bestellen via www.fietsgidsen.nl. Zie onder cols en bergen en fietskaarten. ![]() |
|
![]() |
Terug ![]() |