|
Voorwoord Bij het zoeken op Internet stootte mijn zoon Luc in Nijmegen bij toeval op de naam Oteman. Het bleek te gaan over de familie Oteman in Wijk bij Duurstede en bevatte daarover wat sumiere inlichtingen, die ik, voor wat betreft de Oteman’s, uiteraard al had in mijn eigen familie genealogie, maar omdat het hier een website betrof over de familie Lauwerier, vroeg hij mij, of dat mij toch interesseerde en hij maakte daarna op mijn verzoek een uitdraai. Tot mijn verbazing kwam ik zo in het bezit van een uitvoerige geschiedenis van de Nijmeegse Lauweriers, waartoe ook mijn Tante Cor behoorde, die met mijn vaders broer Jan was getrouwd. Ik had over deze familie al enige gegevens, dank zij mijn nicht Thea Oteman, een dochter van Jan en Cor. Laat ik voorop stellen, dat het overgrote deel van deze Lauwerier gegevens is bijeengebracht door Julius Lodewijk Johannes Lauwerier, Systeemontwerper, werkzaam als analist bij de Gemeente Ede ehlseweg 39, Loil bij Didam 6941 DJ, ( tel.0316- 229157) Mijn dank hiervoor.Wellicht levert samenwerking met Jules nog meer interessante gegevens op. Volgens Jules Lauwerier komen in Nederland verschillende stammen Lauwerier voor, die, althans tot 1725- terug in de tijd- niet aantoonbaar met elkaar in verband staan. In het telefoonboek van Nederland komen de volgende schrijfwijzen voor: Lauwerier ( nagenoeg allemaal familie van elkaar), Lourier, Louwerier , Lauwrier, Louwrier en Laurier. De stammen van deze laatste drie schrijfwijzen zijn behoren klaarblijkelijk niet tot onze stam Lauwerier en zijn voorlopig niet thuis te brengen. Wel komen deze schrijfwijzen in de oude aktes veelvuldig voor, óók bij onze Lauweriers. Jules Lauwerier vermoedt, dat de Lauweriers uit Frankrijk afkomstig zijn en afstammen van de naar Nederland gevluchte Hugenoten. Dat zou kunnen en de naam is dan te verklaren uit de franse benaming van de heester: laurier (rose), een heester, die veelvuldig voorkomt in de franse Midi en die Nederlanders ook wel meebrengen van vakantie en s'zomers buiten trachten te houden. De oudste Leidse Lauriers staan als blauwververs in de lakenindustrie te boek. Wr werd met lauwrierbladeren geverfd, voordat het indigo als blauwstof in zwang kwam. De Hugenoten , de benaming voor de franse volgelingen van Calvijn, hielden reeds in 1559 een nationale synode. Door de houding van het Franse Koningshuis ( Frans II, Catharina de Medici , de tak der Guises) tegenover het protestantisme, het verbieden van belijdenis en godsdienst oefeningen, ging de verbreiding van het calvinisme gepaard met een politiek van verzet, wat uitmondde in een militair conflict en openlijke strijd tegen de koning. De Bourbons en de hoge franse families stelden zich aan het hoofd van dit verzet en daardoor groeide de beweging van de Hugenoten en het politiek verzet onder de regering van Frans IE ( 1559-1560) Catharina de Medici bleek bereid tot een modus vivendi met het (adellijke) kamp van de Hugenoten o.l.v. Gaspard de Coligny. Het gesprek tussen de katholieken en de protestanten liep op niets uit: het calvinisme werd verboden en verraad en moordpartijen volgden. De calvinisten gingen tot krachtdadig verzet over , vooral in de Conté en onderhielden betrekkingen met de Nederlandse geuzen en het gevaar bestond, dat de godsdienst oorlogen tussen protestanten en katholieken gelijktijdig zouden uitbreken in Frankrijk én in Nederland. Maar in Nederland werd dit voorlopig voorkomen door het optreden van Alva. In Frankrijk echter werd het wél strijd en ook Nederlandse machthebbers als Lodewijk van Nassau en Willem van Oranje namen daaraan deel.. Bekend is de Barthelomeusnacht van 23 op 24 augustus 1572. Drie dagen duurde de slachting. Coligny was een van de slachtoffers. Onder koning Hendrik II ( 1574-1589) kregen de Hugenoten bepaalde rechten. Maar de Katholieke Liga, die als reactie daarop onstond, vatte de strijd weer op. De oorlog tussen de drie Hendriken: Hendrik III, Henri de Guise en Hendrik van Navarre , eindigde met de verovering van Parijs door de katholiek geworden Hendrik van Navarre. (Bekend geworden door zijn opportunistische uitspraak: ” Paris vaut bien une messe”, Parijs is best een mis waard.!) Niettemin gaf Hendrik van Navarre aan zijn vroegere geloofsgenoten in 1598 hun godsdienstvrijheid terug bij het bekende Edict van Nantes. De calvinistische macht begon onder dit Edict weer te groeien en op cultureel en economisch terrein begon deze bevolkingsgroep (1/10 van de totale bevolking) een vooraanstaande plaats in te nemen met calvinistische hogescholen in Sedan, Saumur en Montauban. Ook kregen ze militaire voorrechten in de vorm van eigen versterkte steden . Kardinaal Richelieu ging zich hier echter geleidelijk tegen verzetten. En in 1628 werd het Edict van Nantes ingeperkt tot zeer beperkte godsdienstvrijheden. Het zgn. inperking's Edict van Nimes. Daardoor verzwakte het overwicht van de Hugenoten en onder Lodewijk XIV, na de dood van Kardinaal Mazarin, werden zij geplaagd en gekweld en in 1685 werd het Edict van Nantes opgeheven. Er volgde een enorme emigratie( naar schatting 200.000, waarvan de helft naar ons land !) van Hugenoten naar Nederland Duitsland en Zwitserland, die voor de militaire en economische ontwikkeling van deze landen van enorme betekenis is geweest, voornamelijk omdat de meeste Hugenoten welgesteld en ontwikkeld waren en specifieke kennis en ambachten meebrachten. Een aantal Hugenoten, dat zich in Zeeland vestigde, kwam later, via inscheping bij de Nederlands Oost-Indische Compagnie, in Zuid Afrika terecht en vormt daar nog steeds met hun franse namen een bepaalde bevolkingsgroep. Ze vestigden daar ook de wijnbouw. Vele, thans Nederlandse families met een franse naam, zijn van deze emigranten afkomstig ( de zgn. tweede “ refuge”). De eerste Lauriers kwamen echter al naar Nederland met de eerste “refuge”, na 1585 toen de Spanjaarden Antwerpen weer heroverden . De naam Hugenoten komt waarschijnlijk van het Zwitserse Eidgenossen”, op grond van het feit dat het franse calvinisme nauwe betrekkingen onderhield met de Zwitserse protestanten. De families Oteman, Hendriks, Barten, van Eck en Lauwerier, blijken bij genealogisch onderzoek elkaar diverse malen te hebben gekruist! Zo waren Tante Cor en Oom Jan achternicht en neef van elkaar, omdat Jan’s moeder en Cor’s moeder nichtjes waren. Hun beider vaders, resp. Gerardus en Cornelis waren broers. In de bijgevoegde familieschemas heb ik getracht dit weer te geven. Dit boek moge een bijdrage zijn voor alle geďnteresseerde familieleden in de Lauwerier en Oteman familie en voor beide groepen een aanvulling zijn op hun eigen specifieke geschiedenis. Hopelijk volgen hier op nog reacties in de vorm van verbeteringen, aanvullingen , aardige anekdotes en foto, die de kennis over onze voorouders nog kunnen vergroten. Die kunt U dan inzenden naar Jules Lauwerier of mij zelf.
Stamboom van Jacobus Lauwerier * Hieronder vervolgen wij verder de afstammelingen van Bart, Theo en Roel Lauwerier, zonen van Theodorus Lauwerier (1831-1896) Stamboom Familie Barten |