Gran Sasso, Apennijnen, Italië
 

Gran Sasso, ofwel grote steen, is met de Corno Grande (2912m) als toppunt de hoogste berg van de Apennijnen en was ondermeer een geliefd vakantieoord van Paus Johannes Paulus de Tweede. In de vorige eeuw nam de Italiaanse vrijheidsheld Garibaldi hier zijn toevlucht; in september 1943 zat een andere "held", de net afgezette Mussolini, hier gevangen.

Campo ImperatoreDe klassieke beklimming start in Pagánica op 660 meter hoogte een kilometer of 8 buiten L’Aquila. De eerste 7 kilometer naar Assergi, waar een deeltjesversneller voor kernfysisch onderzoek onder de berg verstopt ligt, verlopen makkelijk met een stijgingspercentage van drie procent. Dan volgen 4 kilometer van 6,5 procent tot Fonte Cerreto. Hier ligt op 1120 meter hoogte het dalstation van de kabelbaan naar het Albergo Campo Imperatore dat op 2130 meter aan de voet van de Gran Sasso ligt. Hemelsbreed 2 kilometer, maar over asfalt nog ruim 27 kilometer hard werken.

Eerst klimt het vanuit Fonte Cerreto 13 kilometer gestaag door naaldbossen en op het einde ook alpenweiden naar de Valico di Monte Cristo. Een korte afdaling tot 1668 meter legt vervolgens de verbluffende boomloze hoogvlakte van de Campo Imperatore bloot, 28 kilometer lang en 8 kilometer breed en omgeven door kale bergen. Dit "Binnen-Mongolië" van Italië vormde het decor voor talloze spaghetti-westerns en is buiten het filmseizoen het domein van koeien en vooral schapen, ooit meer dan 200.000, nu nog zo'n 30.000 in getal. Vanuit de grazige steppe klimt de weg nog 7 kilometer met oplopende percentages door een steenwoestijn naar het eindpunt van de kabelbaan bij het Albergo Campo Imperatore. Twee kilometers van 8% worden gevolgd door een paar honderd meter vals plat, een kilometer van 9% en tenslotte 800 meter van 7%.

Wielerhistorie
Na in 1984 al eens als aankomstplaats te hebben gediend vormde de Gran Sasso in de Giro d’Italia van 1999 opnieuw het finishdecor van ditmaal de 8e rit. Marco Pantani versnelde op onnavolgbare wijze een paar kilometer onder de top, won de rit en pakte tevens de roze trui. Voor de 21e rit, 13 dagen later, kreeg Pantani echter een startverbod opgelgd wegens een hematocrietwaarde van 52. Op 23 seconden werd Jose Maria Jimenez tweede en op 26 seconden eindigde Alex Zülle als derde.


Terug