De Mont Ventoux is dè gezichtsbepalende berg van de Provence.
Al van oudsher oefent deze enorme puist met zijn typische maanlandschap op de top een magische aantrekkingskracht uit. In de 14e eeuw beklom de grote dichter en humanist Petrarca de berg en schreef als eerste zijn waarnemingen tijdens de tocht naar boven op papier. Hij woonde in die tijd in Fontaine-de-Vaucluse, waar hij zijn aan de pest gestorven geliefde Laura beweende.
De weg vanuit Bédoin naar boven werd al omstreeks 1885 aangelegd, tegelijk met de bouw van het observatorium op de top. Het zwaarste deel van deze klim begint direct na St. Estève als een scherpe bocht 10 kilometer à 9% inluidt. Toch knappen de meeste renners pas echt af in het barre boomloze landschap voorbij Chalet Reynard.
De noordelijke opgang vanuit Malaucène is een toeristische weg die in 1933 door het dunne dennebos werd aangelegd en doet qua zwaarte weinig onder voor de zuidelijke variant.
Verreweg de makkelijkste route naar de top start vanuit Sault en doet tot Châlet Reynard met een gemiddeld stijgingspercentage van even boven de 3% geen centje pijn. Daarna, zeker als het zoals zo vaak, hard waait is het hard werken geblazen. De laatste 6 kilometer is er geen enkele beschutting tegen de zon en de wind, die na elke haarspeldbocht ieder beginnend ritme de grond inboort. Groot is echter de beloning op de top. Een ongeëvenaard uitzicht over de Provence dat bij zeer helder weer tot de Canigou in de Pyreneeën kan reiken. Het is in de zomer verstandig ‘s morgens vroeg of pas tegen de avond de tocht te ondernemen vanwege de intense hitte en de nevelsluiers die overdag het uitzicht belemmeren.
Gewone stervelingen klimmen al uitzonderlijk als ze de tijd van schaker/schrijver/wielrenner Tim Krabbé benaderen: 1.21.50.
De meeste potentiële Ventoux-bedwingers slaan hun basiskamp op in Bédoin of Malaucène. Veel rustiger en in de zomer koeler is de hooggelegen fraaie gemeentecamping van Sault. Bovendien is er zo een schitterende aanloop mogelijk door de Gorges de la Nesque, 22 kilometer rustig freewheelend langs een verlaten gorge zonder ook maar een enkel bewoond huis om ondertussen de batterij op te laden, dan via Mormoiron lichtjes omhoog tot Bédoin en dan....
Wielerhistorie De klassieke beklimming is die vanaf Bédoin, zoals die ook vanaf 1951 dertien maal in de ronde van Frankrijk werd opgenomen en altijd veel spektakel en drama opleverde. De combinatie hitte en doping werd in 1967 Tommy Simpson fataal. Zich niet bewust van het drama dat zich achter hem afspeelde won Jan Jansen toen de eindsprint van de kopgroep in Carpentras vóór Gimondi en Pingeon. Het record van de beklimming was sedert 1958 lange tijd in handen van Charlie Gaul met een tijd van 1 uur 2 minuten en 9 seconden. In de tijdrit van Carpentras naar de top in de ronde van 1987 verpletterde de Fransman Jean-François Bernard deze tijd. Hij won de tijdrit in 1.19.44 en legde de klim vanaf Bédoin af in 58 minuten en 8 seconden! Ook de Colombianen Herrera en Parra en de Spanjaard Delgado bleven nog binnen het uur. Pas in 1994 reed de Tour karavaan opnieuw over deze fameuze berg en kwam de Italiaanse zwaargewicht Eros Poli na een lange ontsnapping solo aan de streep in Carpentras. Op 13 juli 2002 kreeg de Italiaan Marco Pantani op de top van de Ventoux de overwinning cadeau van de latere Tour-winnaar Lance Armstrong, een presentje dat 'Elefantino'niet bepaald in dank aanvaarde. Ook in 2002 was de 'Kale Berg' het eindpunt van een Touretappe en wel op zondag 21 juli, een dag waarop temperaturen van 42 graden Celsius in de zon werden gemeten. Richard Virenque die al vroeg in de koers deel uitmaakte van een kopgroep begon met een voorsprong van ruim 7 minuten aan de klim en kon niet meer worden achterhaald door een ontketende Lance Armstrong die op 2.20 minuten als derde finishte 22 seconden achter de Rus Botsjarov die Virenque nog het langst kon volgen. Armstrong was wel de enige die de klim binnen het uur aflegde. In de voorjaarskoers Parijs-Nice doen de renners ook regelmatig de Mont Ventoux aan, maar in verband met de sneeuw komen ze dan niet hoger dan Chalet Reynard.
Het officiële record voor de klim vanaf Bédoin staat sinds 10 juni 2004 op naam van de Bask Iban Mayo die op die dag de 21,6 km lange tijdrit in de Dauphiné Libéré won in de tijd van 55 minuten en 51 seconden!


|